Zeg eens “aaaaa”
Het begon allemaal met een bloemenzaak: Van Houweninge & IJsselstijn.
Opa van Houweninge woonde boven zijn bloemenzaak en toen de winkel verhuisde stond het pand beneden leeg. Opa bleef op de eerste etage wonen en daarom noemen we deze ruimte nu nog steeds ‘Opa’s kamer’.
Zijn zoon Chiem van Houweninge schreef samen met Alexander Pola “Zeg eens AAAAA” in de kamer naast Opa.
Chiem en zijn schoonzus Dorine de Vos fantaseerde over een eigen restaurant. Door de vrijgekomen ruimte in de Lange Houtstraat kon hun fantasie werkelijkheid worden. Zonder enige horeca-ervaring haalde Dorien in rap tempo de benodigde papieren en schreef een ondernemingsplan. Voor inspiratie ging ze naar New York. Één jaar duurde het om de ideeën om te zetten in daadwerkelijke realisatie. Optredens van verschillende genres waren niet weg te denken uit het plaatje en zo werd Schlemmer een ‘café-tabac-animé’.
Op 1 oktober 1984 was de opening en vanaf die dag zat het hele restaurant vol. Het was een groot, maar onverwacht succes.
Het doel was om van Schlemmer een artiestencafé te maken, logisch aangezien de Koninklijke Schouwburg om de hoek zit, met dus ook veel acteurs, regisseurs en gasten van de Kunstacademie. Als je dat idee al klaar hebt zal je zien dat het ook andere mensen aantrekt.
Vanaf de eerste dag kwamen er al veel politici. Dit was op voorhand niet de doelgroep maar bleek een logisch gevolg door de locatie vlakbij het Binnenhof en de ministeries. Een klantenkring die bijna altijd hetzelfde is gebleven, met allemaal vaste leuke gasten.